Hoe arm zijn de Belgen?

Verontrustende cijfers zijn ons weer om de oren geslagen. Maar liefst 1,7 miljoen Belgen leven in Armoede. Een duizelingwekkend getal. Ze hebben het zelf gezocht horen we vaak, alcohol, drugs, gokken, te lui om te werken zijn ook vaak gehoorde opmerkingen. Als meer als 10 procent van de Belgen in armoede leeft moet er toch meer aan de hand zijn.

Arm zijn, wat wil dat eigenlijk zeggen? Het lijkt een simpele vraag maar het antwoord is redelijk complex. De armoedegrens voor een alleenstaande ligt op 1 085 euro, voor een koppel is dat  1628 euro. Voor een koppel met een kind 1 953 euro.

Vraag 1:
Jan is getrouwd met Betty. Ze hebben geen kinderen. Jan heeft een paar jaar geleden een zwaar ongeval gehad en kan niet meer werken. Hij krijgt een invaliditeitsuitkering van 800 euro. Zijn vrouw Betty heeft een deeltijdse job. Ze verdient 866 euro. Vallen Jan en Betty onder of boven de armoede grens?

Vraag 2:

Gert en Ine wonen samen met hun dochter Lieke in een OCMW-huisje. Gert is twee jaar geleden zijn werk verloren. Momenteel trekt hij nog 655 euro werkloosheidsuitkering. Lieke werkt voltijds als poetsvrouw. Zij verdient 1200 netto. Vallen Gert en Ine onder of boven de armoedegrens?

Armoede is echter meer dan weinig of geen geld hebben. Een ander criterium is de vraag of het gezin volwaardig kan deelnemen aan de maatschappij. Zoals bv. een gepaste plaats hebben om huiswerk te maken, af en toe nieuwe kleren, deelnemen aan schooluitstappen enz.

Vraag 3:

Bekijk aandachtig onderstaand schema en beantwoord de vragen:

Stel er zitten 800 leerlingen op onze school.

3a: Hoeveel leerlingen hebben geen twee paar passende schoenen?
3b: Hoeveel leerlingen hebben geen geschikte plaats om huiswerk te maken?
3c: Hoeveel leerlingen kunnen niet deelnemen aan schooluitstappen?
3d: Hoeveel leerlingen hebben niet elke dag een maatijd met vis, vlees, kip of veggie?

Vraag 4:
Bekijk aandachtig onderstaande tabel:

We zijn momenteel met 11 miljoen Belgen.

4a: Hoeveel Belgen hebben niet genoeg geld voor één week vakantie?
4b: Hoeveel Belgen hebben niet genoeg geld voor een eigen wagen?

Vraag 5:
Bekijk onderstaand filmpje van sociaal incapabele michiel

https://www.canvas.be/video/de-ideale-wereld/voorjaar-2016/woensdag-6-januari-2016/michiel-en-het-incassobureau

Ook scholen merken dat veel ouders in financiële problemen zitten en hierdoor de facturen van het school niet meer kunnen betalen.
Kun jij in eigen woorden uitleggen wat een incassobureau juist betekent?

Vraag 6:

Je krijgt een krant van je leerkracht.

Lees aandachtig pagina 5 en beantwoord volgende vragen:

a.    Wanneer wordt iemand als arm beschouwd in België?

b.    Noem vijf belangrijke maandelijkse uitgaven.

c.    Armoede gaat vaak samen met gezondheidsproblemen. Zoek twee oorzaken.

d.    Waarvoor staan de letters OCMW?

e.    Welke voorwaarden worden er gesteld om een leefloon te krijgen van het OCMW?

f.    Behalve met een leefloon helpt het OCMW nog op andere manieren. Geef twee voorbeelden.

g.    Laaggeschoold zijn verhoogt de kans op armoede.
Bij welke andere twee bevolkingsgroepen komt armoede ook veel vaker voor?

Pagina 2+3 lezen en de vraagjes beantwoorden

1.       Door welk systeem krijgen mensen toch geld als ze niet kunnen gaan werken, hun werk verliezen of met vakantie willen gaan?

2.       Hoe noemt men een vervangend inkomen?

3.       Waarvoor staan de letters RSZ?

4.       Over welke uitkeringen spreken we in de volgende gevallen?  Noteer achter de zin.

a.       uitkering voor wie na een loopbaan is gestopt met werken

b.      uitkering wanneer je job verliest of nog op zoek bent naar werk

c.       uitkering voor iemand die tijdens zijn of haar werk een ongeval heeft

d.      uitkering bij gezondheidsproblemen, veroorzaakt door omstandigheden op het werk zelf

e.      uitkering voor wie fysiek niet in staat is om (tijdelijk) te gaan werken

f.        uitkering voor gezinnen met kinderen

Lees pagina 2 de armoedespiraal (links)

1. Wie bedoelt men met ‘working poor’ (werkende armen) in de VS?

2. Kinderen uit arme gezinnen hebben vaak problemen op school. Zoek drie toestanden die daar een rol in spelen.

Lees pagina 4

1.      Waarvoor staan de letters VDAB? Geef ook een korte uitleg!

2.      In welke richting is Pieter-Jan Borgelioen afgestudeerd?

3.      Hij moest een tijd wachten om een uitkering te krijgen. Wat is dat?

4.      Hoe zeg je met één woord: jezelf aanbieden voor werk?

5.      Wat vond Pieter-Jan het ergste aan die werkloosheid?

6.      Welke twee belangrijke tips geeft hij voor iemand die werkloos is?

7.      Waarvoor staan de letters cv? Geef ook een woordje uitleg!

8.      Bij het solliciteren wordt op je houding gelet. Geef een voorbeeld.

Lees pagina 5:

1.    Wanneer wordt iemand als arm beschouwd in België?

2.    Noem vijf belangrijke maandelijkse uitgaven.

3.    Armoede gaat vaak samen met gezondheidsproblemen. Zoek twee oorzaken.

4.    Waarvoor staan de letters OCMW?

5.    Welke voorwaarden worden er gesteld om een leefloon te krijgen van het OCMW?

6.    Behalve met een leefloon helpt het OCMW nog op andere manieren. Geef twee voorbeelden.

7.    Laaggeschoold zijn verhoogt de kans op armoede.
Bij welke andere twee bevolkingsgroepen komt armoede ook veel vaker voor?

Pagina 6 lezen

1.  ‘  Armoede wordt heel vaak doorgegeven van de ene generatie op de andere’. Wat bedoelt men eigenlijk met ‘generatie’?

2.        Een zaak kan failliet gaan. Leg uit.

3. Bij welke dienst kunnen armen terecht voor hulp?
4. Wat is de bedoeling van de maximumfactuur voor medische kosten?

5.        Zoek in het voorbeeld van Evert drie oorzaken waardoor hij al op zijn 23e moet leven van een uitkering van het OCMW en niet bij zijn ouders terechtkan voor hulp.

6.       Hoe kwam Gaby plots in armoede terecht?